Watertoets in de Omgevingswet
In het huidige watertoetsproces wordt een aantal stappen doorlopen met waterbeheerders om na te gaan of er voldoende rekening wordt gehouden met waterbelangen in ruimtelijke planprocessen van gemeenten, provincies en het Rijk. De kern van het instrument wordt gevormd door vroegtijdig overleg, een wateradvies en een waterparagraaf in de ruimtelijke plannen.
De Omgevingswet gaat uit van een integrale benadering van alle aspecten van de fysieke leefomgeving. Alle bestuursorganen moeten bij de uitoefening van hun taken en bevoegdheden rekening houden met de taken van andere bestuursorganen. Met dit uitgangspunt borgt de Omgevingswet dat gemeenten bij het opstellen van een omgevingsvisie en omgevingsplan al in een vroeg stadium de waterbelangen borgen.
De watertoets zou, gelet op dit uitgangspunt, niet meer wettelijk te hoeven worden voorgeschreven. Toch is een (enigszins aangepaste) watertoets in de nieuwe regelgeving (het Besluit kwaliteit leefomgeving) opgenomen. Deze nieuwe watertoets legt meer nadruk op de inhoudelijke vertaling van het waterbelang in onder andere omgevingsplannen, en minder op het proces.